Het uitpluizen van een berg verzamelde informatie, orde
scheppen in de chaos van aantekeningen, heldere conclusies formuleren:
het zijn allesbehalve gemakkelijke klussen. Het schrijven van
onderzoeksrapporten stellen we dan ook graag uit. Eigenlijk is dat
uitstellen nergens voor nodig; met een goede voorbereiding en een
systematische aanpak kun je redelijk eenvoudig tot een goed rapport
komen!
Wat moet je doen voordat je begint met
schrijven?
Het doel bepalen
Denk na over het doel van je rapport: wat wil je bereiken?
Wil je de lezer informeren over bijvoorbeeld alternatieve mogelijkheden
van een bepaald plan? Of heb je al besloten wat de beste aanpak is en
wil je de lezer van jouw keuze overtuigen? Hoe duidelijker je het doel voor ogen
hebt, hoe zorgvuldiger je informatie kunt selecteren en hoe concreter
en scherper je kunt schrijven.
Je doelgroep verkennen
Denk na over je doelgroep: wie leest straks jouw rapport? Als je
weet voor wie je schrijft, is het kiezen van een stijl gemakkelijker. Weet je lezerspubliek
bijvoorbeeld al veel over het onderwerp, dan kun je
bondig formuleren. Behandelt jouw rapport een
abstract, theoretisch onderwerp, dan is het wellicht verstandig om veel
voorbeelden te gebruiken.
Informatie verzamelen
Begin tijdens het onderzoek al met het aanleggen van een
bronnenlijst. Je hebt dan je geraadpleegde boeken en
websites nog bij de hand. Het achteraf opzoeken van de juiste titel of
auteursnaam kost gigantisch veel tijd. Daarnaast bestaat het risico dat
je de juiste bron niet meer terugvindt. Noteer daarom meteen waar je
een citaat vandaan hebt gehaald en schrijf vervolgens alle gegevens van
de bron op.
Informatie selecteren en ordenen
-
Het schrijfproces verloopt gemakkelijker wanneer je vooraf al
grofweg bepaalt welke informatie je in je rapport wilt gebruiken.
Slechts een gedeelte van wat je hebt bestudeerd, komt
uiteindelijk in je rapport.
-
Vervolgens is het handig de informatie te
ordenen. Hierdoor kun je tijdens het schrijven
informatie snel terugvinden en voorkom je dat je weer die hele stapel
boeken moet doorzoeken voor dat ene hoofdstuk. Het maken van een
concept-hoofdstukindeling helpt je bij het sorteren van verschillende
delen. Hetzelfde geldt voor de mapindeling op je pc; hoe beter je die
ordent, hoe sneller je informatie terugvindt.
-
Probeer dus zo vroeg mogelijk een
concept-inhoudsopgave te maken. Dit dwingt je namelijk
na te denken over de
opbouw van het rapport, hoeveel
hoofdstukken je nodig hebt en hoe je de informatie over de hoofdstukken
kunt verdelen. Het schrijven van het rapport vergaat je hierdoor
gemakkelijker. Bovendien kunnen collega’s aan de hand van de
concept-inhoudsopgave
feedback geven en je zo helpen om tot een
logische opbouw te komen.
Nadenken over de lay-out
-
Bewaar afbeeldingen (illustraties, grafieken,
tabellen, etc.) in een aparte map. Hierdoor voorkom je dat je gedurende
het schrijven moet zoeken naar een geschikt plaatje. Probeer
afbeeldingen ook direct op zo'n manier vast te leggen, dat ze
geschikt zijn voor publicatie. Verschijnt je rapport in grote oplagen,
schakel dan de hulp van een dtp-er in en vraag in welk
bestandsformaat je illustraties het beste kunt aanleveren. Scan foto’s
meteen met een hoge resolutie.
-
Bepaal het lettertype van je rapport. Niets is
vervelender dan op allerlaatste moment je hele rapport na te moeten
lopen op tabs en spaties vanwege verandering van lettertype. Het is
beter om van tevoren een lettertype te bepalen en een opmaakprofiel te
kiezen.
Beginnen met schrijven
Schrijf een eerste grove versie van je rapport. In
de eerste versie zet je informatie op de juiste plaats.
Je concentreert je dan met name op de
opbouw van je verhaal.
Hoe schrijf je een rapport?
Wanneer je weken, zo niet maanden met de inhoud van je stuk bezig
bent, vergeet je als rapportschrijver vaak te letten op het
taalgebruik. En juist dàt is één van de belangrijkste
zaken! De inhoud kan nog zo interessant zijn, maar als je
onsamenhangend en slordig schrijft, begrijpt niemand je rapport,
laat staan dat iemand het helemaal uitleest. Vandaar het volgende:
- Het staat professioneel wanneer je je rapporten in de neutrale
derde persoon schrijft. Zinsnedes zoals 'naar mijn
mening' of 'hieruit concluderen wij' kun je dan achterwege laten.
Bovendien weet de lezer al wiens conclusies en bevindingen hij leest,
omdat jouw naam op het rapport staat. Wanneer een rapport echter toch
in de ik-vorm is geschreven, heeft de auteur vaak een meer persoonlijke
band met het onderwerp.
- Het is belangrijk dat je, in verband met het hoge
informatiegehalte, spaarzaam bent met lange
zinnen. Je kunt beter veel korte zinnen gebruiken, dan alle
informatie in een paar lange proppen. Probeer korte zinnen wel af
te wisselen met met langere.
- Denk goed na over het gebruik van vaktermen. Kent
de lezer die? Zo niet, leg ze dan uit en gebruik in je tekst zoveel
mogelijk omschrijvingen of (reeds bekende) synoniemen.
- Gebruik voorbeelden. Hierdoor maak je je tekst
begrijpelijk en concreet.
- Citeer bronnen als je een
stelling zelf niet beter kunt verwoorden dan de betreffende bron, of
wanneer je bijvoorbeeld gebruikmaakt van statistieken. Achter het
citaat moet je de bron natuurlijk wel vermelden.
Wanneer je een boek of artikel hebt gebruikt, vermeld je de achternaam
van de schrijver en het jaar van publicatie. Bijvoorbeeld: “Hogeweg,
2004”. In de bronnenlijst noteer je de volledige titelgegevens:
“Hogeweg, R. (2004), Een goed rapport.”
- Schrijf zoveel mogelijk in de actieve vorm:
gebruik dus zo min mogelijk 'worden'. Liever: "Het management
onderschrijft de bevindingen." Dan: "De bevindingen worden door het
management onderschreven."
- Let op herhalingen. Niets is zo irritant om op één
pagina tien keer een woord als 'managementteam' te lezen. Je kunt dit
voorkomen door het gebruik van synoniemen en
verwijswoorden.
- Strooi niet met bijvoeglijke naamwoorden: 'een
enorme groei', 'een langdurige inspanning', 'een immense prestatie'.
Als je niet uitlegt hoe groot de groei of inspanning precies is, roept
een dergelijke omschrijving vragen op. Wees daarom zo concreet mogelijk
en kijk goed waar je in de tekst bijvoeglijke naamwoorden
gebruikt.
- Schrijf foutloos: geen typ- en spelfouten dus. Een
A4-tje foutloos inleveren is natuurlijk gemakkelijker dan een rapport
van dertig pagina’s. Toch kun je het aantal spelfouten tot het minimum
beperken door je schrijfwerk in verschillende rondes na te
kijken. De eerste ronde let je bijvoorbeeld op de spelling van
werkwoorden: heb je alles juist vervoegd? De tweede ronde let je op
verwijswoorden zoals 'die' of 'dat', vervolgens pak je de leestekens
aan en tot slot let je op spaties en het afbreken van woorden. Ook is
het verstandig om je tekst door een collega te laten
nalezen. Vertrouw niet blind op de
spellingscontrole van je tekstverwerker!
- Tijdens het schrijven gebeurt het vaak dat je bepaalde informatie
nog moet opzoeken. Vaak noteer je dan 'nog opzoeken' of 'later
toevoegen'. Het probleem is dat je later vaak vergeet die informatie
toe te voegen. Dit kun je voorkomen door dergelijke passages in je
tekst te markeren met tekens als '##'. Wanneer je helemaal klaar bent
met schrijven, zoek je met de tekstverwerkersfunctie 'zoek en
vervang' dergelijke passages gemakkelijk op, en voeg je
de informatie alsnog toe.
Uit welke onderdelen bestaat je rapport?
Hoe uitgebreid je rapport wordt, hangt af van het onderwerp en de
hoeveelheid tijd die je eraan kunt besteden. Ieder rapport bevat een
aantal standaard onderdelen.
Het begin van een rapport
Omslag
De omslag oftewel de 'cover' is het eerste wat de lezer ziet.
Vandaar dat ook belangrijk is dat je hier veel aandacht aan besteedt.
Met de omslag moet je de lezer prikkelen en uitnodigen te gaan lezen.
Kies een titel die goed de lading van het stuk dekt. Op de opslag
moeten de volgende punten worden vermeld:
- De titel
- Een ondertitel (optioneel)
- De naam van de auteur
Titelpagina
De tweede pagina van het rapport, de titelpagina, bevat meer
informatie dan de omslag. Op de titelpagina vermeld je wederom de
titel, de ondertitel (op identieke wijze als op de omslag) en de
naam van de auteur. Je voegt vervolgend toe:
- Plaats en datum (of jaar) van
publicatie.
- De naam van de instelling
waarvoor je het rapport hebt geschreven.
- Een volgorde- of documentatienummer
(optioneel).
Inhoudsopgave
De inhoudsopgave is een belangrijk element in een rapport, omdat hij
fungeert als een 'routekaart' voor de lezer. Niet
alleen moet de paginanummering kloppen, ook de onderverdeling in
hoofdstukken moet logisch zijn. De lezer moet aan de hand van de titels
meteen begrijpen waar hij bepaalde informatie kan vinden. Let erop dat
de titels in de inhoudsopgave overeenkomen met de titels bovenaan de
hoofdstukken. Eveneens moet je bedenken dat:
- De volgende onderdelen geen hoofdstuknummer
krijgen: de samenvatting, het voorwoord, verklarende woordenlijst en/of
symbolenlijst, (eventuele) opgave van figuren of tabellen en de
bijlagen.
- De omslag, de titelpagina, het voorwoord, de inhoudsopgave en de
samenvatting geen paginanummer krijgen.
Voorwoord
In het voorwoord kun je informatie kwijt over bijvoorbeeld voor wie
het rapport bestemd is (doelgroep), hoe het rapport tot stand is
gekomen (project, doctoraalonderzoek, etc.) en gegevens over jou als
auteur. Vaak wordt het voorwoord echter gebruikt voor dankbetuigingen.
Begeleiders, opdrachtgevers worden bedankt voor hun hulp of adviezen
tijdens het schrijfproces. Wees daarmee echter terughoudend; voor de
meeste lezers is dit oninteressant. Je kunt mensen ook bedanken door
bij het rapport een begeleidende brief te voegen waarin je de
betreffende persoon persoonlijk bedankt. Het voorwoord kun je dan ook
achterwege laten. Het voorwoord is vaak het enige gedeelte in een
rapport waarin je schrijft in de persoonlijke vorm, de ik-vorm.
Samenvatting
De meeste lezers komen niet verder dan de inleiding en de
samenvatting. Meestal vanwege tijdsdruk lezen ze alleen de
samenvatting. Het is dan ook heel belangrijk dat je aan dit onderdeel
voldoende aandacht besteedt. Je kunt de samenvatting beschouwen als een
combinatie van de inleiding en de conclusie, alleen dan in verkorte
vorm.
Verklarende woordenlijst
Een verklarende woordenlijst neem je alleen in je rapport op wanneer
de lezer niet of nauwelijks bekend is met het onderwerp, of wanneer dat
zeer technisch van aard is. Zorg ervoor dat je begrippen omschrijft in
heldere bewoordingen. Introduceer in je omschrijvingen geen andere
onbekende begrippen.
Symbolenlijst
Een symbolenlijst stel je samen wanneer bepaalde symbolen vaak in je
rapport voorkomen.
Inleiding
De inleiding fungeert net zoals de inhoudsopgave als een
routekaart voor de lezer; hier leg je uit wat de lezer
kan verwachten van jouw rapport. De inleiding moet antwoord geven op de
vragen:
- Wat is het onderwerp, hoe luidt de probleemstelling?
- Waarom heb je dit rapport geschreven, wat is het doel en
het belang van het stuk?
- Wat is de werkwijze en hoe ziet de structuur van het rapport
eruit?
Verder moet de inleiding prikkelend zijn. Een goede
inleiding maakt de lezer nieuwsgierig; hij wil meer weten over het
onderwerp.
Het middengedeelte
Het middengedeelte van een rapport bestaat meestal uit een aantal
kernhoofdstukken en de conclusies/aanbevelingen.
Conclusies/aanbevelingen
Niet iedereen leest het hele rapport voordat hij bij de conclusies
aanbelandt. Die moet je dan ook zo beschrijven dat zowel de
lettervreter als de gehaaste lezer hem begrijpt. Let er dan ook op
dat:
- Je conclusies geen verrassingen bevatten. Het is
verwarrend wanneer je in een conclusie nieuwe informatie verwerkt. De
onderbouwing van de conclusie moeten lezers in de voorgaande
hoofdstukken altijd kunnen terugvinden.
- Je je conclusies kernachtig verwoordt. Lezers
moeten in één oogopslag zien wat de kernpunten zijn.
- Je ook echt conclusies trekt. Geef geen verkorte
versie van een voorgaand hoofdstuk weer om het vervolgens aan
de lezer over te laten om daaruit een conclusie te trekken. Het is jouw
taak als rapportschrijver om informatie te interpreteren en daar
vervolgens iets uit te concluderen.
- Als de opdrachtgever erom heeft gevraagd, kun je aan je rapport ook
een lijst met aanbevelingen toevoegen.
Het slotgedeelte van een rapport
Bronnenlijst
Vernoem je bronnen consequent door het gehele rapport. Ook
informatie die je op het internet hebt gevonden, moet je in je rapport
vermelden. Bij het samenstellen van een bronnenlijst moet je eveneens
er voor zorgen dat:
- Je alleen bronnen vermeldt die je geraadpleegd
hebt en in je rapport noemt.
- Je bronnen op alfabetische volgorde zet.
- Je bronnen sorteert op type: boeken, internet,
audiobestanden, et cetera.
Bijlagen
Het gebruik van bijlagen is een goede manier om (kern-)hoofdstukken
bondig te houden; bijlagen lenen zich uitstekend voor het weergeven van
gedetailleerde informatie of bijvoorbeeld gebruikte
vragenlijsten. Bedenk wel dat lezers nooit verplicht moeten zijn om
bijlagen te raadplegen, omdat ze anders de bijbehorende hoofdstukken
niet begrijpen. Eveneens moet je er in de tekst voor zorgen dat
het voor de lezer duidelijk is naar welke bijlage je verwijst, en waar
die bijlage is te vinden. Voorzie bijlagen dan ook altijd van een
nummer, omschrijving en een paginanummer.
Hoe toon je bij een sollicitatie aan dat je
kunt rapporteren?
In een advertentie wordt gevraagd om een informatiemanager die goed kan rapporteren.
Waarom zou dat zo belangrijk zijn, vraag je je af. Als je iets wilt
veranderen, zul je door een rapportage te schrijven anderen moeten
overtuigen van de noodzaak van bijvoorbeeld de aanpassing van het
systeem.
In je huidige baan schrijf je dikwijls rapporten. Je hebt gemerkt
dat je lezers het prettig vinden een zo beknopt mogelijk rapport met
een heldere argumentatie te ontvangen. De tegenargumenten zet
je er meestal ook bij. Jouw rapporten worden daardoor door je huidige
baan als zeer betrouwbaar gezien.
Dit zet je in je sollicitatiebrief en neemt
een goed voorbeeld mee naar het sollicitatiegesprek.
Andere voorbeelden
Marktonderzoeker: Ik zorg er in mijn rapporten voor
dat de cijfers zoveel mogelijk beeldend gemaakt worden, zodat iedereen
het kan begrijpen. Ik maak grafieken en tabellen zodat de lezers in een
oogopslag kunnen zien wat het resultaat is van mijn onderzoek. Het
achterliggende cijfermateriaal doe ik in een bijlage,
zodat ik de meer specialistische lezer ook bedien.
Adviseur/consultant: Mijn adviezen zet ik altijd in
een rapport. Dat ziet eruit om door een ringetje te halen. Zowel aan de
inhoud, de stijl als de opmaak mag niets aan te merken zijn. Fouten of
onduidelijkheden leiden de lezers af van de inhoud, en
dat is zonde van hun tijd. Daar betalen ze me niet voor.
Aanbevolen websites
- Deze online leerschool biedt een overzicht van
allerlei nuttige websites op het gebied van rapporteren.
- De Fontys Hogeschool doorloopt op haar website de verschillende
fasen van het schrijfproces door middel van een gestructureerd overzicht.
Geraadpleegde boeken
- Zeker voor de onervaren rapportschrijver biedt Een goed
rapport uitkomst vanwege de handige checklists en vele schrijftips
(Hogeweg, R., Thieme Meulenhoff, 2004).
- Kernachtig legt Wim Hoogland uit waaraan de standaardonderdelen van
een rapport moeten voldoen (Rapport over rapporteren,
Hoogland, W., Wolters Noordhoff, 1995).
Auteur: Janine Bruinooge